Pesten
Het kaartspel Pesten kan op verschillende manieren worden gespeeld. Spelers hebben in de loop der tijd zo hun eigen regels bedacht. Maar gelukkig zijn er ook basisregels en deze zijn vrij eenvoudig.
Basisregels
Als eerste worden de kaarten verdeeld over de deelnemers. Hoeveel kaarten dat zijn hangt af van het aantal deelnemers. Normaliter krijgt iedere speler zeven speelkaarten. Alle overige kaarten vormen gezamenlijk de trekstapel. De spelers hebben de taak om alle kaarten in zijn of haars bezit weg te spelen, simpelweg door deze op de aflegstapel neer te leggen. Om beurten mogen de spelers een kaarten op de aflegstapel neerleggen, dit zal gebeuren met de klok mee.
Maar je mag niet zomaar een kaart afleggen, want de kaart die jij neerlegt moet wel een gelijke waarde of kleur hebben met de bovenste kaart op de desbetreffende stapel. Stel er ligt een harten koning, dan mag de speler een koning (ook van een andere kleur) of een harten (alle waardes) neerleggen. Veel simpeler kunnen wij het dan ook niet maken.
Mocht een speler geen kaart kunnen spelen, dan moet hij of zij een extra kaart pakken van de trekstapel. Als de getrokken kaart wel de op aflegstapel kan, dan mag hij of zij deze die daar direct op neerleggen. De deelnemer die als eerste al zijn kaarten heeft weggespeeld is de winnaar.
Bijzondere speelkaarten
Sommige speelkaarten hebben bij het spel Pesten een unieke functie. Maar ook hierbij hebben spelers vaak hun eigen regels bedacht. Echter leggen wij hieronder uit wat de basisregels zijn omtrent de bijzondere speelkaarten:
Iedere 2: Dit is een zogeheten ‘pestkaart’ en kan het de tegenstander een stuk moeilijker maken om te winnen. De speler die als volgende aan de beurt is zal twee kaarten moeten pakken van de trekstapel. Daarna is de desbetreffende deelnemer wel gewoon nog aan de beurt.
Iedere 5: De 5 is ook een speciale speelkaart, omdat de speler die als volgende aan de beurt is een kaart met een waarde van 5 of minder moet neerleggen. Er zijn ook regels dat wanneer iemand een 5 oplegt de volgende speler een vrouw moet neerleggen. De keuze is aan jullie!
Iedere 7: Als jij een 7 neerlegt dan ben je nogmaals aan de beurt, want de 7 blijft kleven. Maar als de speler niet nogmaals een kaart kan leggen, dan moet er een speelkaart van de trekstapel worden gepakt. Zorg er dus voor dat de 7 op een verstandig moment gespeeld wordt.
Iedere 8: Jij kent de regel misschien wel bij een 8, want de 8 wacht. De eerstvolgende speler moet zijn beurt laten overgaan.
Iedere 10: De regel ’10 zien’ is ook wel bekend. De eerstvolgende speler moet al zijn kaarten laten zien aan de deelnemers.
Iedere Boer: Als jij een Boer oplegt dan mag je beslissen welke kleur de eerstvolgende kaart moet zijn. Oftewel, een klaver, harten, ruiten of schoppen.
Iedere Koning: De Koning zorgt ervoor dat de beurt omdraait, er zal dan tegen de klok worden ingespeeld. Maar bij de eerstvolgende Koning zal ook dat weer omdraaien.
Iedere Aas: De Aas kan de richting van het spel omdraaien, eigenlijk hetzelfde als de Koning. Bij twee spelers heeft de Aas geen speciale functie.
Iedere Joker: De Joker is de crème-de-la-crème van de pestkaarten. Als jij een Joker oplegt, dan zal de volgende speler maar liefst vijf kaarten van de trekstapel moeten pakken. Daarnaast mag jij ook een nieuwe kleur kiezen.
Winnende kaart
Als een speler nog maar één kaart in zijn bezit heeft dan moet hij of zij op de tafel kloppen. Mocht een speler dit vergeten en de laatste kaart opleggen, dan moet de kaart worden teruggepakt en er ook nog eens twee speelkaarten van de trekstapel worden gepakt. Daarnaast is het ook niet toegestaan om de pestkaart als laatste kaart op te leggen, ook dit zal worden bestraft met twee strafkaarten.
Pesten bij bol.com.