Bingo wordt steeds populairder. Hoewel het spel al eeuwen oud is en ook in Nederland al lange tijd gespeeld wordt, denken veel mensen bij bingo vooral aan stoffige oude dametjes die in een zaaltje met slecht licht hun zaterdagmiddag doorbrengen. Dit beeld was misschien altijd al achterhaald, maar zeker met de opkomst van online bingo blijft hier weinig meer van over. De gemiddelde online bingospeler is tussen de 18 en 30 jaar en ook beroemdheden als Robbie Williams, Catherina Zeta Jones en Barack Obama hebben in de afgelopen paar jaar een aardig potje bingo gespeeld. Misschien is het dus tijd om te leren hoe je bingo speelt.

Hoe speel je bingo?
Hoewel de meeste mensen wel weten dat het doel bij bingo is om een kaart vol te spelen en als eerste “Bingo!” te roepen, zit er meer achter dit spel dan een volle kaart. De manier waarop de getallen op de kaart staan afgebeeld, de verschillende patronen die voor prijzen zorgen en de etiquette in de bingozaal zijn stuk voor stuk elementen van bingo die voor nieuwe spelers even wennen kunnen zijn.
Welke vorm van bingo je ook speelt, bij iedere variant begin je met het kopen van een bingokaart of meerdere bingokaarten tegelijk. Op deze bingokaart staan 24 getallen afgedrukt op een veld van vijf rijen en vijf kolommen. Het middelste veld is al weggestreept. Iedere bingokaart heeft vijf getallen uit iedere getallenserie van 1-15, 16-30, 31-45, 46-60 en 61-75 die in kolommen staan afgedrukt.
Op het moment dat je de bingokaart(en) voor je hebt en een dabber in je hand hebt, kan het spel beginnen. In een bingo apparaat zitten 75 balletjes, die één voor één uit het apparaat komen rollen. Het cijfer op dat balletje wordt bekendgemaakt en alle spelers die het getal op hun kaart hebben staan, strepen het af.
Naarmate er meer getallen worden afgestreept, komt de eerste prijs steeds dichterbij. Traditiegetrouw zijn die (kleine) prijzen voor de eerste speler die een hele kolom of hele rij weet af te strepen. Andere veelgebruikte patronen die kleine prijzen op kunnen leveren zijn de vier hoeken, een ‘postzegel’ (de vier vlakken rechts bovenin het speelveld) en allerlei letters (Z, X) die op het vel gevormd kunnen worden.
Als zo’n combinatie voltooid is, roept een speler “Bingo!” en controleert iemand of de afgestreepte getallen inderdaad een bingo vormen op de kaart. Bij digitale vormen van bingo gebeurt dit vanzelfsprekend automatisch. Soms zijn er ook prijzen te winnen voor het gebruik van zo min mogelijk getallen om een bingo te halen. Unibet heeft bijvoorbeeld een progressieve jackpot in veel kamers die valt op het moment dat een speler maar 42 getallen nodig heeft om een volle kaart te krijgen. Hoewel het in theorie mogelijk is om op een willekeurige kaart met slechts 24 getallen een volle kaart te krijgen, is de kans daarop minimaal (0,000000000000000004%).
Hoewel bingo geen ingewikkeld spel is, zijn ervaren spelers vaak een stuk sneller dan onervaren spelers. Zeker als met meerdere kaarten tegelijk wordt gespeeld, kan het snelle tempo waarop de ballen worden voorgelezen echt even wennen zijn. Door veel te spelen, krijg je meer ervaring in het zien waar je beste kansen (en dus je prioriteiten) liggen. Mocht je liever automatisch spelen, dan zijn online casino’s en bingo apps een ideale keuze.